Wie parkeert op een gemeentelijke parkeerplaats, moet vaak parkeerbelasting betalen. In de meeste gemeentes betalen automobilisten die door een kaartje te kopen in een parkeerautomaat. Vervolgens moet dat kaartje zichtbaar achter de voorruit van de geparkeerde auto worden gelegd.

Nu zit er altijd enige tijd tussen het parkeren van de auto en het moment dat het kaartje achter de voorruit ligt. In een recente rechtszaak bij de rechtbank Den Haag was de vraag of een automobiliste die haar auto had geparkeerd in Noordwijk terecht een boete had gekregen.

Een controleambtenaar had namelijk om 12.59 uur op de bewuste dag in haar auto geen parkeerkaartje aangetroffen en legde een naheffingsaanslag op van 61 euro, te weten 3 euro parkeerbelasting en 58 euro aan naheffing (boete).

De eigenares van de auto was het daar niet mee eens en stapte naar de rechter. Zij betoogde dat zij op het genoemde tijdstip inderdaad geen parkeerkaartje had, omdat zij toen bezig was er één te kopen. Het kaartje dat zij had gekocht, had als aanvangstijdstip 13.08 uur.

Redelijke tijd

Nu verwacht de wetgever niet dat het kaartje er ligt zodra de automobilist zijn auto parkeert. Dat is technisch onmogelijk. Een praktische uitleg van de wet bepaalt dat de automobilist een redelijke tijd nodig heeft om een parkeerkaartje te kopen en dat in de auto te leggen. Maar wat is een redelijke tijd?

In dit geval had de vrouw niet alleen tijd nodig om naar de automaat te gaan en terug, maar moest zij ook geld wisselen. Onbekend met de situatie in Noordwijk bleek bij de parkeerautomaat namelijk dat ze onvoldoende gepast geld bij zich had. Het kostte haar enkele minuten extra om ook geld te wisselen.

De rechter vond dit geen goed argument. Van parkeerders mag worden verwacht dat zij voldoende muntgeld op zak hebben, aldus de rechter. Ook als zij onbekend zijn met de parkeeromgeving. De vrouw moet alsnog de aanslag van 61 euro betalen.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl